‘Cleanfluencers’, oftewel schoonmaak-influencers zijn een enorme hit op YouTube en Instagram. Deze nieuwe categorie goeroes heeft een enorme achterban en is vooral groot in de VS, Canada en Groot-Brittannië. Maar ook in Nederland hebben we cleanfluencers.
Zo heeft de populaire Sophie Hinchcliff uit Groot-Britannie ruim 3,5 miljoen volgers op Instagram. Haar volgers, ook wel #HinchArmy (het schoonmaakleger) genoemd, volgen haar terwijl ze schoonmaakt. Een ander voorbeeld is Melissa Maker met ruim anderhalf miljoen volgers op YouTube.
Vicina Lucinda is een van de Nederlands nationale cleanfluencers. “Ik hou heel erg van schoonmaken, dat heb ik eigenlijk altijd al gedaan”, zegt ze tegen Editie NL.
“Ik ben in 2014 begonnen met het maken van schoonmaakvlogs. Ik ben een ‘thuisblijfmama’, dus schoonmaken is wat ik het grootste gedeelte van de dag doe. Ik krijg heel veel reacties van mensen van over de hele wereld.” De vrouw heeft bijna 15.000 abonnees op YouTube.
Bekijk hieronder één van haar video’s:
Een vredig gevoel
Waarom kijken we zo graag naar iemand die een verwarming afneemt, stofzuigt of een berg strijk wegwerkt? “Schoonmaken is een stukje controle hebben. Hoe langer je ermee wacht, hoe enger het wordt. Als je ervoor gaat zitten en orde aanbrengt, dan wordt het een vriend”, zegt psycholoog Janneke Gaanderse tegen Editie NL.
“We houden ervan om opgeruimd te zijn. Iets leidt af op het moment dat het niet opgeruimd is. Opruimen zorgt voor een vredig gevoel. Het heeft alles te maken met controle.”
‘Mensen raken geïnspireerd’
Met haar video’s helpt Lucinda anderen. “Ik geef een inkijkje in hoe ik schoonmaak, maar ik vertel ook over de schoonmaakproducten die ik gebruik. Soms maak ik ook een specifieke was- of strijkvideo.”
“We houden allemaal van orde en structuur. In een video ziet schoonmaken er bijna leuk uit, waardoor mensen geïnspireerd raken om het zelf te doen.” Rijk wordt ze er naar eigen zeggen niet van. “Soms krijg ik geld of gratis schoonmaakproducten van een bedrijf waar ik mee samenwerk, maar het is niet veel.”
Credits: Service Management